donderdag, december 29, 2011

Bouwverordening (1)

Op een vergadering van NDL vertelden stadsmedewerkers dat ze soms de vraag kregen van een kotbaas om een fietsstalling op straat voor de deur te plaatsen. Wat ze lachend weigerden, natuurlijk, want Leuven heeft een verordening op het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen buiten de openbare weg die kotbazen (en inwoners) verplicht zelf te voorzien in stallingen.
5.4.8 Gebouwen bestemd voor kamers
Normering:
- nieuwbouw: 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 3 kamers
- verbouwing: 1 parkeerplaats per bijkomende begonnen schijf van 3 kamers.
- Minimum aantal parkeerplaatsen voor gehandicapten: 1 parkeerplaats per 10 kamers
- Minimum aantal fietsenstallingen: 1 fietsenstalling per kamer
 

Vrijstelling:
- indien het maximum aantal kamers beperkt wordt tot 3 is er geen parkeerplaats nodig voor deze bestemming
- indien de kamers zich bevinden in het kernwinkelgebied zijn geen parkeerplaatsen nodig
Helaas zijn deze inpandige fietsstallingen nog altijd de grote uitzondering in Leuven. Deze verordening zou een middel moeten zijn in een gestructureerd fietsparkeerbeleid. We zien echter dat dit enkel een doel lijkt om in orde te zijn naar hogere overheden toe qua subsidiëring ofzo. Wie hier beter in thuis is mag mij altijd corrigeren.

(foto bogaardenstraat, de uitzondering)

Dit kwam weer naar boven naar aanleiding van de brochure Fiets Suite van Mobiel21, waar ze zeggen:
Als je een fiets buiten stalt, zal hij sneller verslijten en hij is ook niet beschut tegen vandalisme en diefstal.
In de stallingswijzer vinden we dit terug:
4.9.2 Woonwijken met overwegend hoogbouw.
Indien er garagefaciliteiten voorhanden zijn, zou er vanuit de gemeentelijke overheid de
verplichting moeten gelden om voldoende parkeerruimte voor fietsen te voorzien.
Indien geen garages in de buurt te vinden zijn dienen andere maatregelen te worden onderzocht. Deze kunnen bestaan uit het plaatsen van fietsen in de hal, wat zelden een goede optie is. Daarnaast kunnen kluizen of fietstrommels, die aan een aantal bewoners ter beschikking gesteld worden, een oplossing bieden.
Nog een andere mogelijkheid bestaat erin dat er gezocht wordt naar mogelijkheden om inpandige buurtstallingen te organiseren. Hierbij dient terdege rekening te worden gehouden met alle aspecten inzake technopreventieve beveiliging. Dit teneinde inbraak te vermijden.
In elk geval dienen voldoende kleine hoeveelheden aanbindsystemen, voorzien van een overkapping, in het straatbeeld te worden opgenomen. Dit laatste geldt trouwens ook voor straten waar veel studenten gehuisvest zijn.
Ik las ooit in een detectiveroman: als alles onduidelijk lijkt, volg dan de stroom van het geld. Ik maakte in gedachten dus deze oefening:
- de huisbaas houdt nog altijd meer geld over door een kamer extra te verhuren en een boete te betalen. De verordening helpt niet omdat ze geen gedragswijziging teweegbrengt en dus beleidsmatig nutteloos is,
- de gemeentekas wordt gespijsd doordat de boete laag wordt bevonden waardoor bijna iedereen ze vierkantig betaalt of een uitzondering aanvraagt,
- de student-fietser stalt zijn fiets dan maar op a) op het voetpad waar hij in overtreding is, b) in een overvolle stalling of c) in de gang wat niet altijd doenbaar is voor veel fietsen,
- de inwoner-fietser vind de stallingen altijd overvol wanneer hij met de fiets stadinwaarts komt, dit kan een beetje worden verbeterd door een werkend weesfietsenbeleid,
- de inwoner-voetganger vindt de voetpaden aan studentenkoten versperd door fietsen.

Kortom, dit draait enkel positief uit voor het stadsbestuur, die dit geld dan weer kan besteden aan 'Red de stoep' acties, zonder dat er effectief ook maar ergens één stallingsplaats wordt voorzien. Voor de fietsers zijn alle nadelen. Dit perverse effect stoorde mij destijds al aan deze lachende weigering.

Zie je zelf ergens een stallingsoplossing die wel het vermelden waard is? Stuur dan de gegevens door, eventueel vergezeld van een foto.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten