donderdag, september 21, 2017

Bedreigde fietspaden (5)

Ik heb nu aan verschillende instanties gevraagd hoe hun aanpak is voor de bestrijding van de Japanse Duizendknoop, en wacht op hun antwoord.
  • Joke Schauvliege, vlaams minister bevoegd voor leefmilieu en natuur
  • AWV: wegbermen steenwegen zoals Aarschotsesteenweg in Leuven en Mechelsesteenweg in Herent
  • VMM: oevers grote waterwegen zoals Dijle
  • Provincie Vlaams-Brabant: oevers van kleinere waterwegen zoals Lemingsbeek, Leibeek of Herpendaalbeek.
  • Leuven: wegbermen gemeentelijke wegen zoals Lijnloperspad, Brandweg, Processiestraat of Duivelsweg
  • Wenz: kanaal Leuven-Mechelen zoals aan de laadkade te Wilsele
  • Elia: hoogspanningsstation aan Aarschotsesteenweg in Wilsele, en grondwerken voor hoogspanningskabels in deze buurt
Waar loopt het dan mis?

Eerst en vooral de vrijwillige aanpak bij het melden (artikel uit 2012): want wie de plant niet kent kan ze ook niet melden. Elke Vlaming moet beter geïnformeerd worden opdat een meldingssysteem kan werken. En misschien moet er eens geïnvesteerd worden om de populatie éénmalig professioneel in kaart te brengen. Infopanelen aan afgebakende populaties kunnen de burgers helpen de plant te herkennen.
Vlaams minister voor Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) opent een meldpunt voor invasieve plant- en diersoorten. De dieren en planten uit andere continenten hebben hier geen natuurlijke vijanden en bedreigen zo de soorten uit eigen streek. Maar ze veroorzaken ook aanzienlijke economische schade.
Door het ontbreken van een natuurlijke vijand, kunnen de vreemde dier- en plantensoorten zich erg snel vermenigvuldigen, waardoor ze moeilijk te bestrijden zijn. Doordat ze moeten worden uitgeroeid, veroorzaken ze ook economische schade.
Voor ons land alleen al wordt die geschat op zo'n miljard euro. In dat bedrag zit niet alleen het uitroeien zelf verrekend, maar ook het verlies van landbouwgrond of de kosten aan de ziekteverzekering van mensen die ziek worden door de exoten.
Kabir
"Vooraleer ze te kunnen aanpakken, moet je ze lokaliseren", zegt Schauvliege. Daarom vroeg ze het Agentschap voor Natuur en Bos om samen met Natuurpunt een meldpunt op te zetten.
Bekende voorbeelden van overlastsoorten zijn de stierkikker, de Japanse duizendknoop, de Amerikaanse vogelkers, de grote waternavel, het parelvederkruid en de waterteunisbloem.
Enkel geregistreerde gebruikers kunnen exoten kunnen melden, maar er komen ook herkenningsfiches en bijkomende informatie op de website. Na een jaar wordt de website geëvalueerd.
Eerder lanceerde de Vlaamse overheid ook al een preventiecampagne om de verkoop van overlastsoorten in tuincentra te vermijden.
En vervolgens de vrijwillige aanpak bij het bestrijden: wie draagt er verantwoordelijkheid om de bestrijding te starten op welk gebied? Die van de waterlopen denken dat het vooral een probleem is van wegbermen, en omgekeerd. Niemand voelt zich verantwoordelijk dus niemand doet er iets mee. Geen enkele instantie wordt verplicht om op het meldpunt te kijken voor er grondwerken worden gepland. Nochtans kan wie verantwoordelijk is voor de verspreiding van deze plant later aansprakelijk worden gesteld voor alle aangerichte schade.

Vlaanderen belooft nochtans maatregelen:
Op waarnemingen.be kunt u melden waar de overlastsoorten zich bevinden. Daarvoor moet u zich wel registreren. Terreinbeheerders en lokale overheden zullen dan maatregelen treffen indien nodig. Op de site vindt u ook herkenningsfiches. Die fiches kunnen u helpen om de verschillende soorten te onderscheiden.
Er is maar één rendabele aanpak voor de volgroeide Japanse Duizendknoop: Blijft er af!
Vervlogen hoop
Voor sommige soorten zoals de Japanse duizendknoop is de hoop al vervlogen om de invasie nog te stoppen. Volledige verwijdering is onbetaalbaar. Bij zulke soorten ligt de focus op het beheersen van populaties, eventueel alleen in bepaalde gebieden. En hopen dat het om een tijdelijk probleem gaat. Soms verdwijnen invasieve soorten vanzelf.
Wanneer hij gerust gelaten wordt breidt hij maar een 10cm per jaar in de breedte uit, maar na een maaibeurt gemakkelijk 50 tot 100cm. De plant gaat in overlevingsmodus en breidt zijn wortelstelsel uit.
Enkel jonge plantjes kunnen nog rendabel bestreden worden. Maar die zijn te onopvallend om gemeld te worden en dus worden ze meegemaaid met de bermen waardoor ze als reactie hun wortelstelsel gaan uitbreiden. Stukken stengel die rondgestrooid worden kunnen dan weer nieuwe planten opleverenH Het lijkt wel hopeloos. Dit is de oproep van een expert uit Nederland:
Daarom moeten we bij elke nieuwe waarneming onmiddellijk ingrijpen, voor de nietsontziende exoot een uitgebreid worstelstelsel vestigt. Dan is uitroeien nog makkelijk en niet zo kostbaar. Daarnaast moet een duizendknoopvrij-eis bij grondverzet en inzet van maai- en bosmachines worden ingevoerd.
Een voorbeeld uit Leuven

Twee jonge planten hoogstwaarschijnlijk afkomstig van een grote populatie 150m verder (zichtbaar op Google streetview in 2013, ook al te zien  in 2009). Deze planten vallen absoluut niet op maar kunnen nog manueel verwijderd worden.



De grote populatie ziet er (op Google streetview) zo uit, en kan niet meer rendabel aangepakt worden:



Een voorbeeld uit Wijgmaal

Jonge planten te zien in een heesterperk aan Wijgmaal Brug (Google streetview 2013), waarschijnlijk afkomstig van rizomen die met het werkgerief van de groenaanlegger mee kwamen tijdens aanplanten van de heesters.



En zo zien die er 4 jaar later uit, te groot om nog eenvoudig te verwijderen:

Vaartdijk, Wijgmaal

Een laatste voorbeeld uit Leuven

Al in 2011 (dus nog voor het meldpunt ) werd de Japanse Duizendknoop op meerdere plaatsen waargenomen in Tuin De Walque. Maar deze plant blijft niet geduldig ter plaatse: hij kroop ondertussen al onder de muur door tot op de parking. Groeit hij binnenkort de aanpalende woningen binnen? Zijn de omwonenden op de hoogte van dit risico?

Privé parking aan ingang park Nobelstraat, Leuven
Privé parking aan ingang park Nobelstraat, Leuven

3 opmerkingen:

  1. Ik heb na heel wat graafwerken een hoop wortels en knoesten bijeen. Maar: waar moet ik er mee blijven? De hoop begint terug te schieten, soms van takken die er al 2 jaar liggen drogen (op worteldoek, gelukkig). Niet op de composthoop uiteraard, en ik veronderstel dat ik het ook niet in de groene bak mag meegeven, zo'n gevaarlijke inwijkelingen. Mocht je in je zoektocht uitvinden waar ik er wel mee kan blijven (en hopelijk voorziet het beleid dan ook 'gratis' maar het zal wel niet) dan hoor ik het graag...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Klopt, zeker niet op de eigen composthoop gooien.

      De studie die ik op het internet vond uit Renkum, Nederland, sprak van het afval van de Japanse Duizendknoop ofwel te composteren in professionele installaties die hoog genoeg temperaturen halen om de overblijfselen van de Japanse Duizendknoop te vernietigen (vermoedelijk hogere investering voor de overheid). Of te laten vernietigen via het meegeven met het gewone restafval (duur voor overheid en particulier).

      Maar hoe het in België de bedoeling is heb ik nog niet teruggevonden. Dus ook ik ben benieuwd wat de zoektocht op zal leveren.

      Verwijderen
    2. Wortelresten zijn 20 tot 50 jaar levensvatbaar. Advies is om ze met restafval mee te geven zodat ze verbrand worden in verbrandingsoven. Ter plaatse opbranden kan ook altijd.

      Verwijderen