Sinds de afschaffing van omzendbrief 59 van 20 oktober 1982 in 1966, leven we wat betreft duurzame parkeernormen in een een beleidsvacuüm op het vlak van stedelijk parkeerbeleid.
Maar er komt langzaam aan verandering in de gemeentelijke mentaliteit om overal maar voldoende autoparkeerplaats te voorzien. Nu is er het nieuwe initiatief Garage-Swap:
Nieuwe woningen brengen extra autobezit met zich mee. Om de parkeerdruk niet af te wentelen op de omliggende straten, leggen gemeentebesturen een minimum aan parkeerplaatsen op bij bouwprojecten. De ondergrondse parkeerplaatsen zijn peperduur en ze houden de omliggende straten dan misschien wel vrij, ze pakken fileleed en andere mobiliteitsproblemen niet aan. Hoe los je dat op? Door een aantal van de dure ondergrondse parkeerplaatsen te schrappen en met een deel van de kostenbesparing een aanbod van deelauto’s, deelfietsen, stimuli en begeleiding te voorzien. Dit zijn noodzakelijke ingrepen voor een modal shift in onze mobiliteit die – en dat is belangrijk – ook parkeerproblemen voorkomt. Het saldo wordt geïnvesteerd in duurzame energieproductie of energiebesparing. Ondergrondse parkings worden dus ingewisseld of geswapt voor duurzame oplossingen in de buurt op vlak van mobiliteit en energie.Het lijkt mooi, maar er wordt weer met geen enkel woord gerept over het fietsbezit: want nieuwe woningen brengen ook extra fietsbezit met zich mee, met bakfietsen en fietskarren en kinderfietsen, en dat los je niet op door deelmobiliteit aan te bieden.
Of is het de bedoeling dat er ook een modal shift plaatsvindt van de fiets naar de deelfiets?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten