Al zoekende op het wereldwijde web kwam ik een interessant artikel tegen: een uitgebreide bloemlezing die verscheen in het Leuvense tijdschrift Jura Falconis, 1977-78, 207-222: “Verkeersreglementering op private wegen. Het onderscheid openbare-private weg”.
Wat betekenen deze begrippen in het kader van de verkeersregelgeving?
Ik vat de tekst hier kort samen, het lezen van het volledige artikel blijft zeer leerrijk.
HOOFDSTUK I: DE ONBEVOEGDHEID VAN DE KONING VOOR PRIVATE WEGEN
Algemeen kan men stellen dat de private wegen buiten de bevoegdheid van de Koning vallen. Alle verkeersreglementen genomen in uitvoering van de twee basiswetten, zijn alleen toepasselijk op openbare wegen.
HOOFDSTUK II: HET ONDERSCHEID OPENBARE WEG - PRIVATE WEG
Bij gebrek aan wettelijke betekenis moet men aan de woorden hun gebruikelijke betekenis geven, betekenis die hoofdzakelijk door de rechtspraak inhoud zal krijgen.
A. Soevereine appreciatie van de rechter ten grondeDe rechter ten gronde oordeelt soeverein of een bepaalde weg openbaar is of niet. Het Hof van Cassatie heeft dit herhaalde malen bevestigd.
B. Criteria
De rechter ten gronde past bij zijn beoordeling over het privaat of openbaar karakter van een weg bepaalde criteria toe.
- Het uitzicht van de weg
Een weg die private eigendom is, maar met alle uiterlijke tekens van een openbare weg is een openbare weg.
Eigenlijk komt het er op neer: alle wegen zijn openbaar en bijgevolg voor iedereen toegankelijk zolang geen uiterlijke tekens op het tegendeel wijzen.
- Toegang voor iedereen
Na toetsing van bovenvermeld criterium is het mogelijk dat er nog altijd twijfel bestaat over het openbaar of privaat karakter van een bepaalde weg. Men kan dan een tweede criterium hanteren, dat erin bestaat na te gaan of de toegang tot die weg al dan niet beperkt blijft tot een bepaalde categorie van weggebruikers.
Indien ze enkel openstaat voor een bepaalde categorie van personen, bijvoorbeeld klanten of leveranciers van één winkel, of werknemers van de haven in havengebied, zijn het private wegen, maar indien ze openstaan voor een bepaalde categorie van weggebruikers zijn het openbare wegen.
- Daad van de overheid
Toch zijn er bepaalde rechtbanken die een andere mening toegedaan zijn. Zij keren daarbij terug naar de jaren '50 en vroeger en beslissen dat een bepaalde weg niet openbaar kan zijn zonder een daad van de overheid. Bijvoorbeeld een vaststelling van een verkeersovertreding door de politie, wat alleen maar mogelijk is .
C. Toepassingen uit de rechtspraak.
Na lezing van al die vonnissen en arresten is het duidelijk dat het onmogelijk is een bepaalde theorie te formuleren die consequent door de rechtbanken wordt toegepast. Uit de rechtspraak kun je geen eenduidig criterium distilleren om te bepalen wat nu een openbare weg is en wat niet.
HOOFDSTUK III: REGELS TOEPASSELIJK OP PRIVATE WEGEN
A. Criteria
Op de private wegen is het verkeersreglement niet toepasselijk en er zijn geen andere wettelijke bepalingen die er het verkeer regelen. Andere strafrechtelijke bepalingen, zoals de art. 418 en 420 S.W. en het Veldwetboek, kunnen natuurlijk wel van toepassing zijn.
Wanneer men dus op een private weg een als overtreding van het verkeersreglement gekwalificeerde bandeling stelt, kan men nooit strafrechtelijk gesanctioneerd worden, tenzij men andere strafrechtelijke bepalingen overtrad. Wel kan de veroorzaker van een ongeval dan burgerlijk aansprakelijk gesteld worden. De rechtspraak redeneert namelijk als volgt: op private wegen moet men zich gedragen volgens de bordjes of tekens aangebracht door de eigenaar van de weg. Bij ontstentenis daarvan moet men de regels van het verkeersreglement in acht nemen.
De verkeersvoorschriften zijn immers voorzichtigheidsregels die, wanneer ze miskend worden, een quasi-misdrijf wordt dat in principe de aansprakelijkheid (art. 1382 e.v. B.W.) van de schuldige meebrengt.
B. Toepassingen uit de rechtspraak
Maar, het weze nogmaals herhaald, wanneer men dan een bepaling van het verkeersreglement overtreedt, volgt geen strafrechtelijke sanctie maar zal de overtreding eventueel aangezien worden als een onvoorzichtigheid die de burgerlijke aansprakelijkheid met zich brengt.
De antwoorden van een vorige minister op een vraag vanuit de senaat over de jaagpaden waren hierin duidelijk:
Jaagpaden hebben ofwel een privaat ofwel een openbaar karakter. Indien ze een privaat karakter hebben zal dat alsdusdanig zijn aangegeven door signalisatie — « private eigendom » — eventueel in combinatie met een fysieke barrière (bijvoorbeeld een slagboom, een hek). De overgrote meerderheid van de jaagpaden hebben evenwel een openbaar karakter.
Wat specifiek de jaagpaden betreft, kan verwezen worden naar een vonnis van de politierechtbank te Hasselt waarin gesteld wordt dat het jaagpad in beginsel behoort tot de openbare weg waar het verkeersreglement toepasselijk is, (Pol. Hasselt, 15 april 1988, RGAR 1990, 11599).
Het beheer van de jaagpaden komt toe aan de gewesten, een aantal werden overgedragen aan de gemeenten. Naargelang het geval zijn de genoemde wegbeheerders bevoegd om de aanvullende reglementering met betrekking tot het verkeer vast te stellen. Zo kunnen deze beslissen de toegang tot de jaagpaden te beperken tot bijvoorbeeld fietsers, voetgangers ...
Op jaagpaden met een openbaar karakter moeten de regels van de wegcode gerespecteerd worden en mag enkel reglementaire signalisatie worden gebruikt. Het toezicht op de naleving van de verkeersregels gebeurt door de personen die krachtens artikel 3 van het verkeersreglement daartoe de vereiste kwalificaties hebben.
Wat specifiek de jaagpaden betreft, kan verwezen worden naar een vonnis van de politierechtbank te Hasselt waarin gesteld wordt dat het jaagpad in beginsel behoort tot de openbare weg waar het verkeersreglement toepasselijk is, (Pol. Hasselt, 15 april 1988, RGAR 1990, 11599).
Het beheer van de jaagpaden komt toe aan de gewesten, een aantal werden overgedragen aan de gemeenten. Naargelang het geval zijn de genoemde wegbeheerders bevoegd om de aanvullende reglementering met betrekking tot het verkeer vast te stellen. Zo kunnen deze beslissen de toegang tot de jaagpaden te beperken tot bijvoorbeeld fietsers, voetgangers ...
Op jaagpaden met een openbaar karakter moeten de regels van de wegcode gerespecteerd worden en mag enkel reglementaire signalisatie worden gebruikt. Het toezicht op de naleving van de verkeersregels gebeurt door de personen die krachtens artikel 3 van het verkeersreglement daartoe de vereiste kwalificaties hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten