vrijdag, april 23, 2010

Fietsroutemix

Waar gaat het stadbestuur uit de fietsbocht met hun het Ruimtelijk structuurplan Leuven?
a) onbegrip over verschil tussen functionele en recreatieve fietsverplaatsingen (zij stellen dat die in Leuven dezelfde infrastructuureisen hebben)
b) onbegrip over aard en aantal van fietsverplaatsingen (onderscheid tussen provinciaal-stedelijk op basis van lengte verplaatsing)

Hierdoor noemt men de lange, en dus recreatieve verplaatsingen provinciaal, en negeert men de functionele fietser die meer als 5 km fietst. De stedelijke fietsroutes negeren dan weer vrolijk als wat 100m buiten de grens van Leuven ligt. Haleluja!! Als fietser in het noordelijke Wijgmaal zijn Herent en Rotselaar maar enkele kilometers verder, Stad Leuven daarentegen is meer als 5km. De aard van het bovenlokaal functionele fietsroutenetwerk is in Leuven dan ook niet om naar huis te schrijven.

Kan iemand deze dwazen even tot verstand brengen? Want als ze dan een stukje fietsnetwerk aanleggen, dan gaat dat bijvoorbeeld van 'provinciaal domein' naar 'abdij van het park', hiervoor worden dan Vlaamse, provinciale en Europese subsidies verkwanseld. De functionele fietser staat ergens verloren gereden te koekeloeren.

8.6 CATEGORISERING FIETSNETWERK
Het fietsnetwerk wordt opgebouwd uit twee deelnetwerken: de provinciale fietsroutes en de stedelijke fietsroutes. Fietsverplaatsingen vertonen een erg diffuus patroon. Een fietser kiest in de regel immers voor een zo kort mogelijk traject. Hij of zij zal voor een veilige of een aangename route kiezen, als de omrijfactor (de mate waarin deze route langer is dan het kortste traject) klein is. Om succesvol te zijn, moet de maaswijdte* van het fietsroutenetwerk daarom relatief klein zijn. Hoe korter het af te leggen traject, hoe sneller de kritische omrijfactor wordt overschreden. Naarmate de af te leggen afstand korter wordt, zal een fietser dus minder geneigd zijn om een geselecteerde fietsroute te gebruiken.
Daarom volstaat de uitbouw van een fietsnetwerk niet om van een fietsvriendelijke stad te kunnen spreken. Alle andere straten, die niet tot het netwerk behoren, moeten aan een zekere minimumvereiste voldoen inzake comfort en veiligheid.
De klassieke opdeling tussen een functioneel en een recreatief netwerk wordt in dit structuurplan niet aangehouden, aangezien beide netwerken op niveau van het stedelijk gebied mekaar grotendeels overlappen en dezelfde infrastructuureisen stellen.
Bij de selectie van provinciale en stedelijke fietsroutes wordt onder meer rekening gehouden met:
- de bediening van belangrijke herkomst- en bestemmingslocaties, over een zo kort mogelijk traject, met in het bijzonder aandacht voor de trajecten die door kinderen en jongeren worden afgelegd
- de mogelijkheden om langs het gekozen traject een infrastructuur te realiseren die aan de ontwerpvoorwaarden voldoet
- de mate waarin een route interfereert met het autoverkeer
- de maaswijdte van het netwerk, met een beperking van de omrijfactor
Tot de infrastructuur van het fietsnetwerk behoren ook de beveiliging van oversteekplaatsen, de bewegwijzering van het netwerk en een voldoende aanbod aan kwalitatieve fietsenstallingen.

8.6.1 Provinciale fietsroute
A Definitie
Een provinciale fietsroute is een route waarop bovenlokaal fietsverkeer vanuit de regio naar bestemmingslocaties in Leuven gebundeld wordt op een veilige en comfortabele infrastructuur.
B Ontwikkelingsperspectieven
De tracékeuze van de provinciale fietsroute wordt grensoverschrijdend bepaald door de regionale herkomst- en bestemmingsrelaties. Snelheid, veiligheid en reiscomfort zijn determinerend. De provinciale fietsroutes leiden naar de grote verkeersattractoren in Leuven (stadscentrum, recreatiedomeinen, campussen, …).
Op een provinciale fietsroute leggen fietsers gemiddeld grote afstanden af (meer dan 5 km). De inrichting van de fietsroute moet grensoverschrijdend samenhangend zijn. De fietsroute heeft een eigen bedding van voldoende breedte, of leidt door een straat met geen of weinig verkeer dat in elk geval tot een lage snelheid wordt verplicht. De kruispunten met andere wegen worden zoveel mogelijk beperkt. Waar mogelijk krijgt de fietsroute voorrang op het andere verkeer. De route is verlicht. De provinciale fietsroutes moeten een grensoverschrijdende, samenhangende bewegwijzering krijgen.
C Niet-limitatieve selectie
De provinciale fietsroutes worden in het provinciaal fietsroutenetwerk geselecteerd, wat de grensoverschrijdende coherentie moet garanderen. Waar nodig zal de stad aanvullingen en aanpassingen voorstellen aan het provinciaal fietsroutenetwerk. Een eerste indicatieve selectie wordt voorgesteld in figuur 2.16 en 2.16a: Niet-limitatieve selectie van fietsinfrastructuren Leuven. Verder onderzoek is nodig om dit netwerk op punt te stellen.

8.6.2 Stedelijke fietsroute
A Definitie
Een stedelijke fietsroute is een route waarop het fietsverkeer binnen de agglomeratie gebundeld wordt op een veilige en comfortabele infrastructuur.
De tracékeuze van de stedelijke fietsroutes wordt bepaald door de snelle en veilige verbinding van de diverse grote herkomst- en bestemmingslocaties. Ze bedienen de woonkernen en de grote verkeersattractoren in Leuven: de belangrijkste openruimtegebieden met natuur- of recreatiefunctie, de spoorhaltes, de bedrijvenfragmenten en de grote scholen. De stedelijke fietsroutes verbinden deze locaties ook met de provinciale fietsroutes. Stedelijke fietsroutes realiseren zodoende een verkleining van de maaswijdte van het provinciale fietsroutenetwerk.
Op een stedelijke fietsroute leggen fietsers kortere afstanden af (2 tot 5 km). De inrichting van de fietsroute moet over het hele traject samenhangend zijn. De fietsroute is bij voorkeur vrijliggend ten opzichte van het andere verkeer. Ze heeft een voldoende breedte of leidt door een straat met weinig verkeer dat bovendien traag moet verlopen. De kruispunten met andere wegen worden zoveel mogelijk beperkt, en waar nodig beveiligd. Het wegverkeer wordt op de kruising attent gemaakt. De route is verlicht. De stedelijke fietsroutes moeten een samenhangende bewegwijzering krijgen.
C Niet-limitatieve selectie
Alle provinciale fietsroutes kunnen ook gebruikt worden voor stedelijke verplaatsingen en fungeren zodoende tegelijk als stedelijke fietsroutes. De selectie van stedelijke fietsroutes is maatwerk. Een eerste indicatieve selectie wordt voorgesteld in figuren 2.16 en 2.16a: Niet-limitatieve selectie van fietsinfrastructuren in Leuven en in de binnenstad. Verder onderzoek is nodig om dit netwerk op punt te stellen.
8.6.3 Andere bijkomende straten en paden
A Begripsomschrijving
Langs alle andere straten en paden, die geen deel uitmaken van het provinciale of stedelijke fietsnetwerk, moet eveneens een zeker niveau aan comfort en veiligheid voor de fietser nagestreefd worden.
B Ontwikkelingsperspectieven
De maatregelen die nodig en haalbaar zijn om langs straten en paden een bevredigend comfort en veiligheidsniveau aan te bieden, zijn afhankelijk van de lokale omstandigheden: beschikbaar gabariet, contact met andere modi, intensiteit van het fietsverkeer en het andere verkeer, …
De concrete uitwerking van deze maatregelen valt buiten het bestek van het structuurplan.

bronnen:
Structuurplan (paragraaf 8.6) en bijhorende plannen (kaart 2.16)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten