Ook bij AWV werken veel ingenieurs-die-denken-dat-ze-tot-twee-kunnen-tellen. Ze trekken het dubbelrichting fietspad door over het kruispunt met parallelle onderbroken lijnen volgens art.74, en vervolgens schilderen er ze twee pijlen op die geen juridische betekenis hebben, alsof ze hiermee wettelijke bepalingen een andere betekenis kunnen geven.
De fietsers in tegenrichting fietsen hier dus illegaal volgens wegcode artikel 9.1.2 1°.
Ook staan er vlak bij dat kruispunt drie D7 verkeersborden vlak tegen de gevel. Maar die staan dus dan op een straatdeel dat zowel rode als grijze betonklinkers omvat. Waardoor ook de grijze betonklinkers deel worden gemaakt van het fietspad.
BeantwoordenVerwijderenOfwel horen er D9 verkeersborden te staan? Maar dan voldoet het voetpad en fietspad op verschillende plaatsen niet aan de minimumbreedte van de omzendbrief van 21 maart 1996.
Zoals te lezen op p.2 van hoofdstuk 5 van het vademecum voetgangersvoorzieningen:
http://wegenenverkeer.be/sites/awv/files/docs/Vademecum_voetgangersvoorzieningen_0.pdf
Vermoedelijk redeneert de wegbeheerder dat indien er geen weg voor voetgangersverkeer is aangeduid er ook niet aan de minimumeisen ervan moet worden voldaan.
Vergelijkbaar met hun redenering om bij bepaalde delen van een kruispunt geen fietsoversteekplaats te markeren of een markering te gebruiken voor fietsers die niet in de wegcode staat.
Alsof voetgangers en fietsers geen volwaardige weggebruikers zijn en dus ook geen volwaardige weginfrastructuur nodig hebben.