BestrijdingConclusie: de aanpak van grote populaties is: ofwel gerust laten, ofwel door intensief beheer bestrijden (duur!).
Uitgraven
Voor kleine, geïsoleerde populaties (bijvoorbeeld enkele scheuten) is afgraven meestal wel nog haalbaar. Dit gebeurt dan best handmatig zodat alle wortelstokken kunnen gevolgd worden in de bodem en volledig worden verwijderd. Houd er rekening mee dat de ondergrondse biomassa van Fallopia spp. aanzienlijk kan zijn en het bovengrondse gedeelte van de plant meestal slechts 30% van de biomassa vertegenwoordigt.
Combinatie afsnijden, stengelinjectie en afdekken
Zowel intensief maaien, chemische bestrijding en afdekken alleen zijn vaak toegepaste methoden die zorgen voor een afname van het aantal scheuten. Na het stoppen van de behandeling bleken de meeste populaties zich echter weer binnen de twee jaar te herstellen.
Beheersing van grotere infectiehaarden
Is de kans op slagen van bestrijding zeer gering of niet haalbaar op een bepaalde locatie dan kan men beslissen de bestaande populatie te gedogen maar te voorkomen dat deze zich verder kan verspreiden. Op sommige locaties vormt een nulbeheer de beste oplossing, hoe vaker verstoord wordt hoe meer de planten immers gestimuleerd zullen worden om ondergrondse uitlopers te produceren.
Begrazing
Scheuten van Japanse duizendknoop zijn eetbaar en begrazing geeft volgens diverse studies goede resultaten. Vooral runderen eten zeer graag Japanse duizendknoop, maar ook geiten worden ingezet. Vroeg in de lente is het één van de eerste soorten die schiet en vers groen biedt aan de dieren, maar de scheuten worden het gehele jaar door begraasd. De planten blijven in minivorm (< 10 cm) aanwezig, soms met veel scheuten. Sachalinse duizendknoop zou onder graasdruk na 10 jaar zelfs volledig verdwijnen. Op de plaatsen waar vroeger monovegetaties van Japanse duizendknoop voorkwamen staan na 10 jaar soortenrijke ruderale vegetaties met voornamelijk inheemse soorten.
Maaibeheer (mulchen)
Door minstens 4-5 x per jaar (tussen april en eind oktober) te maaien vanaf een planthoogte van 40 cm kan men ervoor zorgen dat scheuten kleiner blijven zodat grassen meer kans krijgen. Daarbij dient de eerste jaren een intensiteit van 6-8 maaibeurten per jaar nagestreefd, in de daaropvolgende jaren 2-4 maaibeurten per jaar. Minder dan 4 keer maaien per jaar is zinloos. De belangrijkste periode om te maaien is april-juni en mulchen is effectiever dan maaien. De resulterende vegetatie blijft hierdoor echter wel relatief soortenarm. Bij het maaien dient men eveneens te letten op de mogelijke verspreiding van stukjes stengel met een knoop. Maaien gebeurt zo dicht mogelijk bij het grondoppervlak. Bij elke vorm van maaibeheer blijft een risico op verdere verspreiding bestaan.
Chemische behandeling
Pas enkel stengelinjectie toe. Bladbesproeiing is niet effectief, zorgt ook voor schade aan de omliggende vegetatie en verhoogt milieu- en gezondheidsrisico's. Voor chemische bestrijding laat men de planten best uitgroeien tot de maand mei. Daarna dient men twee voorbereidende maaibeurten te voorzien. In het standaardbestek vind je enkel een aanpak voor op oevers. Er wordt van uit gegaan de fj nergens anders voorkomt, en zeker niet langs wegen of spoorwegtaluds.
Voor de bermen van waterlopen heeft Vlaanderen al iets opgenomen in het Standaardbestek 250.
Lees even mee:
1.1.2.12 Bestrijding van Japanse duizendknoop langs de waterloopVraag: wanneer plant een ingenieur in Vlaanderen een derde of vierde maaibeurt? In november sterven de bovengrondse delen af en is maaien als bestrijding zinloos. In mei/juni is de plant al weer volgroeid. Ingenieurs die slaafs de door het standaardbestek voorgeschreven aanpak volgen zonder verder na te denken, kunnen we met reden ingenieurs-die-maar-tot-twee-kunnen-tellen noemen.
De bestrijding van Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) langs de waterloop omvat:
- het wegnemen van alle ongewenste materialen en voorwerpen (ongeacht hun volume) zoals afval, vuil, afbraakmaterialen, schroot dat zich tussen de Japanse duizendknoop bevindt;
- het inkorten door het maaien van de Japanse duizendknoop tot zo dicht mogelijk tegen het bodemoppervlak van het talud en oever;
- het zorgvuldig controleren van het talud en oever op achtergebleven plantendelen;
- het onmiddellijk afvoeren van maaisel en ruimingsproducten volgens 1.1.2.15.
Japanse duizendknoop moet minstens tweemaal per jaar gemaaid worden: de eerste maal tussen 10 en 20 juni, de tweede maal tussen 1 en 15 oktober. De opdrachtdocumenten kunnen frequentere maaibeurten opleggen.
De maaimachines moeten de vegetatie zuiver afsnijden en zeker niet uitrukken. Het maaien gebeurt met een maaibalk of maaikorf. Het gebruik van een klepelmaaier is enkel toegestaan indien de opdrachtdocumenten dit bepalen en op voorwaarde dat het maaisel onmiddellijk wordt afgevoerd. Er wordt, indien nodig, ook gebruik gemaakt van handmachines of een zeis op moeilijk bereikbare plaatsen en nabij hindernissen. De opdrachtdocumenten kunnen het maaien met de hand voorschrijven.
De aannemer treft alle voorzorgen om te beletten dat tijdens het maaiwerk afgemaaide plantendelen in het water kunnen terechtkomen. Alle plantendelen die toch in het water terechtkomen, worden onmiddellijk uit de waterloop verwijderd, tenzij volgens de opdrachtdocumenten een andere werkwijze toegelaten is.
Indien de aannemer nieuwe vindplaatsen van Japanse duizendknoop opmerkt buiten de zones aangeduid in de opdrachtdocumenten, worden deze gemeld aan de aanbestedende overheid. Het bestrijden van Japanse duizendknoop in de nieuwe zones gebeurt evenwel enkel na speciaal dienstbevel
De kennis van de aanwezigheid van de Japanse Duizendknoop in de bermen van wegen (of fietspaden godbetert) is bijna onbestaand, en blijven de ingenieurs-die-maar-tot-twee-kunnen-tellen de plant verder verspreiden. Spoorwegbermen worden beheerd door een hogere overheid, daarom is de kennis in Vlaanderen over de Japanse Duizendknoop in de bermen van treinsporen nog slechter.
Heel jammer.
Want waar legt Vlaanderen voornamelijk zijn nieuwe fietssnelwegen? Vooral langs spoorwegen, al dan niet meer in gebruik.
Enkele voorbeelden ter illustratie.
Oost Vlaanderen / Gent
We lazen al over de Parkbosbrug bij onze collega's van Fietsbult hier en hier. Hier is men bezig met de F7 aan te leggen.
Waar de werken gestart zijn was er een grote populatie (120 m²) Japanse Duizendknoop, de grondwerken zullen waarschijnlijk zorgen voor een verdere verspreiding langsheen deze nieuwe fietssnelweg.
Werfbord en Japanse Duizendknoop op één Google Streetview foto. |
Populatie Japanse Duizendknoop vanuit de lucht |
Antwerpen / Mechelen
Hier werd de F1 aangelegd.
Voor de aanleg werd een stuk uit de talud gehaald waar enorme bossen Japanse Duizenknoop stonden. Niet alleen groeien deze snel terug groeien, maar het transport van de grond met wortels zal voor uitbreiding zorgen op andere plaatsen waar deze grond opnieuw gebruikt wordt.
aankondiging werken op Google Streetview |
In 2013 voor de werken, Japanse Duizendknoop is massaal aanwezig op het talud |
In 2014 tijdens de werken, talud is deels uitgegraven |
in 2017 ruim na de werken, in de talud is de Japanse Duizendknoop terug aanwezig |
Vlaams-Brabant / Leuven en Wezemaal
Tussen Leuven en Aarschot wordt de aanleg van de F25 voorbereid.
De fietssnelweg is nog in ontwerp, maar de trajecten komen stilaan vast te liggen. In het dossier wordt er met geen woord gerept over een mogelijke aanwezigheid van Japanse Duizendknoop, er zijn nochtans enkele grote populaties langsheen het traject, zoals aan het station van Wezemaal:
tunneltje in Wezemaal waat de F25 de spoorweg kruist. Japanse Duizendknoop groeit welig op de berm. |
traject van tunneltje richting Leuven, links en rechts staat Japanse Duizendknoop over een lengte van ruim 75m |
Op ecopedia staat ondertussen een meer up-to-date versie:
BeantwoordenVerwijderenhttps://www.ecopedia.be/planten/japanse-duizendknoop-incl-sachalinse-duizendknoop-en-kruising
Alvast in verband met de locaties waar de plant aanwezig is:
"Hoofdzakelijk in verstoorde en urbane milieus. Lokaal vaak massaal in bermen, spoorwegbermen en langs waterlopen. Japanse duizendknoop groeit regelmatig ook in houtkanten, bossen en andere meer natuurlijke habitats."
Maar zolang in de praktijk die minimumvereisten in bermbeheer ervan niet gehanteerd worden zullen er nog kilometers bijkomen van monovegetaties van de Japanse Duizendknoop.
P.S. de locatie bij de Aarschotsesteenweg met Japanse Duizendknoop die je aan AWV had gesignaleerd voor de zomer werd enkel maar afgemaaid en stond dus uiteraard in de herfst al terug metershoog.