In het Vademecum Fietsvoorzieningen lezen we:
Bij een beperkte beschikbare ruimte kan het nooit de bedoeling zijn een fietspad aan te leggen ten koste van de noodzakelijke voetgangersruimte. In dergelijke situaties dringt zich een duidelijke keuze op waarbij de belangen van de fietser en voetganger evenzeer doorwegen als die van de auto. Als minimumnorm voor voetgangersruimte in de bebouwde kom geldt hier de bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer van november 1996: minstens 1,50 meter obstakelvrij bij een rooilijn breder dan 9 m. Een dergelijke keuze kan er b.v. in bestaan dat men een parkeerstrook opheft, of dat men opteert voor een rijwegversmalling door de invoering van enkelrichtingsverkeer of voor gemengd verkeer aan lage snelheden.Moet hier soms geen voetpad aangelegd worden omdat spoedgevallen op kruipafstand ligt?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten