Eerstens was er een nieuw stationsplein, ontworpen door een echte architect, met een ondergrondse parking en een kemel van een busstation.
Toepassing: Het Martelarenplein
Het Martelarenplein is het regionale zenuwknooppunt bij uitstek. Het ontvangt zowat iedereen die zich in de Leuvense regio verplaatst : busgebruikers, voetgangers, shoppers, fietsers, treinreizigers, horecaklanten, automobilisten etc.
Vandaar dat het Projectteam Stadsontwerp en Manuel de Solà-Morales bestudeerden hoe ze deze verscheidenheid aan mensen konden verwelkomen en verplaatsen. Hoe - met andere woorden - constructieve overgangen konden gemaakt worden tussen de verschillende gebruikers in de buurt.
Ze zochten - als goede huisvaders - naar een constructie die - in de mate van het mogelijke - de verschillende gebruikers van het plein kon laten samenleven.
Omwille van de vanzelfsprekende druk van het autoverkeer in het stedelijk netwerk is er toch een relatieve scheiding op het plein zelf nodig. Zonder fundamentalistisch te worden wordt het plein verdeeld in drie grote gehelen : het ondergrondse gebied dat zich voornamelijk op het autoverkeer richt; het bovengrondse hoofdplein waar vooral voetgangers en fietsers zijn; en tenslotte een aansluitend plein waarop het busverkeer zich concentreert. Dit alles sluit ook nog eens aan op een belangrijk treinstation in al zijn aspecten.
Het onderscheid tussen de verschillende onderdelen van het plein is echter zeer relatief, omdat de verschillende elementen naadloos op elkaar aansluiten.
De voetgangersentree van de ondergrondse parking maakt deel uit van het plein, de passanten worden in de nieuwe horecazaken uitgenodigd toch nog even te blijven enz.
Daarmee rijmt deze vormelijke indeling met de realiteit : de treinreiziger wordt uiteindelijk ook passant, de busreiziger wordt vaak treinreiziger, de parkeerder bezoekt de horecazaken op het plein enz.
Deze associatieve redenering wordt gesublimeerd in de ondergrondse verbinding tussen Leuven en Kessel-Lo. Deze voetgangersstraat (in totaal 13meter breed) zal niet enkel gebruikt worden door de vele duizenden passanten die tussen Leuven en haar voorstad wandelen, maar ook door de op - en afstappende treinpassagiers, de gebruikers van het busstation en zelfs gedeeltelijk door de parkeerders.
De passanten wandelen niet in donkere, geïsoleerde gangen. Ze bevolken integendeel een deels natuurlijk verlichte ruimte waarin een reeks winkeltjes voor de animatie zorgen. Deze verschillende ingrepen zorgen voor een grote sociale controle en overzichtelijkheid.
Een klassiek problematisch openbaar gebied, een ondergrondse verbinding, moet hierdoor een troef voor de buurt worden.
Het hele concept van het plein en de ondergrond is in feite één grote evenwichtsoefening : zowel tussen de verschillende transportvormen als tussen de passanten en de ‘sedentairen’, met de bedoeling de potentiële stedelijkheid die de buurt in zich heeft te laten ontluiken.
Zelfs de zeldzame automobilisten en fietsers zullen in de zone 30 coëxisteren. De relatieve grootte en overzichtelijkheid van de stad, en de specifieke heraanleg, moeten het volgens Manuel de Solà-Morales nog mogelijk maken dat deze twee groepen naast elkaar kunnen leven. Het extreme modernistische principe om alle functies strikt te scheiden heeft teveel nare gevolgen veroorzaakt.
Uit alles blijkt dat bovenstaande opvatting getuigt van een brede blik op de realiteit die weigert de maatschappij onnodig in hokjes op te delen.
Fietsers en voetgangers worden bij het oversteken van het plein constant gehinderd door bussen, vrachtwagens en auto's. Aan de kant van de busstelplaats is er zelfs geen verhoogde trottoir, en moeten voetgangers een betonnen woestijn oversteken. De handelaars van de Diestsestraat klagen al lang dat hun toekomstige klanten op deze manier vooral naar de conculega's Bondgenotenlaan worden geleid. De schepen van openbare werken antwoordde ooit op een infovergadering dat de technische dienst een ontwerp aan het maken was om dit te verhelpen. Jaren geleden al, maar blijkbaar is er nog niets van klaar.
Ondertussen werd de 'kiss and ride' zone op het plein afgeschaft en verschoven richting Provinciegebouw. Ondertussen verdubbelde het busverkeer langzaamaan.
En werd de rijrichting over het plein vlak voor het station veranderd, wat het kruispunt aan de Maria Theresiastraat onoverzichtelijker maakt voor voetgangers en fietsers.
Toen werd er een nieuw stadskantoor gepland, met een fietspunt voor 5000 fietsen (die er maar 2500 bleken te zijn), en trappen voor voetgangers. Tot dan was er nog plaats voor een goede oplossing.
En werd de blauwe steen op de Bondgenotenlaan vervangen door beton omdat de bussen het hele plein kapotrijden. En ..., en ... , en toen kwam er nog een bankkantoor met publieke lift.
Nu is er voor fietsers en voetgangers enkel nog plaats voor 'de minst slechte oplossing' omdat er ondertussen zoveel olifanten een veilige oplossing in de weg staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten