Zaterdag vertrokken mijn allerliefste en ik met auto en fiets naar de stad waar ik deels opgroeide:
Kempen (D). We lieten de auto achter in Maaseik, en fietsten vandaar op de bonnefooi door Nederland en Duitsland. Vanaf Kaldenkirchen volgden we de rode wegwijzers, en vonden zo een voormalige spoorbaan die omgevormd was tot een aangename (en druk gebruikte) fietsroute. Ingebed in het groen bracht deze ons tussen de nieuwbouwwijken tot aan het oude stadgedeelte.
|
Kaldenkirchen |
|
Kaldenkirchen |
|
ergens onderweg |
|
Kempen |
Als lagere schoolkind groeide ik op in deze wijken die maar één toegang voor auto's hadden. Het gebrek aan doorgaand verkeer zorgde er voor een veilige spelomgeving. Deze wijken waren degelijk verbonden door wegen voor zacht verkeer. Ook onze school lag aan een dergelijke weg: geen auto's aan de schoolpoort dus, we kwamen allemaal te voet, met de fiets of met de pendelbus.
|
Kempen, weg voor de schoolpoort |
In Leuven is er ondertussen ook al veel veranderd door het autoverkeer terug te dringen. Maar dat proces gaat zeer traag vooruit. Er blijft veel schroom bestaan om het stadshart echt autovrij te maken en open te gooien voor zowel fietsers als voetgangers, of om sluipwegen gewoon door te knippen en zodoende voor de bewoners beschikbaar te maken. In Duitsland zagen we mooie winkelwandelstraten, maar we mochten er vooral ook door fietsen.
|
Kaldenkirchen, winkelwandelstraat loopt door over kruispunt |
|
Kempen, Buttermarkt |
|
Kempen, Buttermarkt |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten