fuik de; v(m) -en korfvormig, in een punt toelopend visnetAwel ja, bijna was ik gevangen door de fietsenvisser van de Abdij van het Park.
Hier vertrok ik, mij van geen (fiets)kwaad bewust: auto, moto of hond had ik niet mee.
Onderaan de helling was er reeds een eerste fietshindernis.
Onderaan de helling was er reeds een eerste fietshindernis.
Aan de andere kant kreeg ik mijn fiets maar net door het hondenpoortje. Hier geen toegang voor fietsen. Blijkbaar ook geen toegang voor mindervaliden. Fietsstad Leuven is nog ver weg.
Van andere fietsfuik heb ik nogmaals het visnet geopend, en dat zal ik blijven doen tot er een degelijk alternatief uit de bus komt, of totdat de weg effectief opgebroken wordt.