woensdag, mei 20, 2009

Fietsstallingen: tussen droom en werkelijkheid

Op de website van de fietsersbond las ik een interessant stukje, in de nieuwe gids 'Praktijkvoorbeelden fietsstallingen':

Een fietsenstalling mag geen schade toebrengen aan de fiets en de fietser. De afstand tussen twee fietsen moet voldoende groot zijn om de fiets veilig en comfortabel in de stalling te plaatsen of om hem eruit te halen. Nieuwe fietsen hebben sturen in alle mogelijke vormen. Daardoor wordt het nog moeilijker om twee fietsen dicht bij elkaar te plaatsen. Een hoog-laagsysteem kon ruimte besparen tot de eerste vlindersturen hun intrede deden.
Het nut van hoog-laagsystemen is zo goed als nihil. Stallingen die nog altijd op die manier worden geplaatst, bieden een capaciteit die maar voor de helft benut kan worden.
De hart-op-hartafstand (onderlinge afstand tussen de frames van de fietsen) bepaalt of de volle capaciteit benut kan worden.
Hart-op-hartafstand bij stallingselementen
Pas vanaf een afstand van 65 centimeter tussen twee fietsen is er geen probleem met sturen die in elkaar haken. Die afstand biedt ook voldoende manoeuvreerruimte om de fiets te stallen.
Hart-op-hartafstand bij losstaande beugels
Eén meter tussen twee beugels is de aanbevolen afstand voor comfort en ruimtegebruik. Een afstand van 80 centimeter tot 1 meter tussen twee beugels kan voldoende comfort bieden en is aanvaardbaar.
Interessant omdat momenteel RUP's andere waarden hanteren: 37,5cm, en de NMBS kiest voor stallingen van 40cm.

Voorbeelden:
RUP Vaartkom - Ertzberg:
- Het aantal fietsenstallingen voor woningen bedraagt minstens 1 fietsenstalling per slaapkamer.
- Indien de fietsenstallingen worden gerealiseerd in groepen van minstens 20 plaatsen, heeft elke fietsenstalling een oppervlakte van minstens 1,50m² per stalling met een minimale breedte van 37,50cm.
Dat zouden zonder schroom 2 plaatsen van 65cm mogen zijn, want bouwpromotoren beknibbelen tijdens uitvoering toch nog tot op de laatste cm.

De "grote" NMBS fietsstalling aan het Station: (Beknopt verslag gemeenteraad 26 juni 2006 )
In het oorspronkelijke stadsontwerp was er sprake van 1.000 fietsenstallingen. Nu worden het er 1.600. De NMBS heeft dat gevraagd. Ze waren oorspronkelijk ook veel te nipt bemeten. Nu moet er minstens 37,5 cm zijn om een fiets te stallen. Dat is redelijk ruim. Voor de kantoorruimtes die daar worden gebouwd, is er per 100 m² kantoor een extra fietsenstalling nodig. Dat is buiten de 1.600 fietsenparkings die in principe vooral door pendelaars zullen gebruikt worden. Per woning die in de woontoren zal gerealiseerd worden, is er ook een fietsenstalling nodig. Men kan nog niet zeggen hoeveel er dat precies zullen zijn, maar vermoedelijk heel wat. De grote fietsenparking zal gerealiseerd worden aan de voorzijde van het station waar KBC met zijn project bezig is. Daar stijgt het aantal fietsenstallingen dat men momenteel ter beschikking heeft van 1.800 naar 4.000. Samen komen er voor de hele stationsomgeving 2.800 fietsenstallingen bij, zonder rekening te houden met de toekomstige bouw van een Vlaams Huis. Het schepencollege heeft zich gericht op wat de NMBS gevraagd heeft en heeft rekening gehouden met wat er aan fietsenstallingen gepland wordt aan de voorzijde van het station.
In theorie dus een totale capaciteit van 4000 fietsen volgens het RUP, maar eigenlijk 3750 volgens NMBS, en als iedereen met vlindersturen rijdt worden dit maar 2500 effectieve plaatsen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten