woensdag, maart 17, 2010

Schifting volgens effectieve snelheid

Indien de veiligheid en de rede de enige geldende criteria zouden zijn bij het ontwerp van onze wegen, dan zouden deze er helemaal anders uitzien, en bovendien veel veiliger zijn. Men kan terecht stellen dat een groot verschil in snelheid tussen de verschillende weggebruikers, en met name indien er zachte weggebruikers betrokken zijn, een groot veiligheidsrisico vormt. De wetgever heeft dit reeds deels geïmplementeerd in de wetgeving rond de voortbewegingstoestellen (a). Hier heeft de wetgever een uiterst praktisch stukje wetgeving gemaakt, en zijn ze niet in de val van de reglementitis gevallen. Men heeft niet geprobeerd om alle voortbewegingstoestellen wettelijk in hokjes te duwen, en aldus continue achter de werkelijkheid aan te hollen. Men heeft toen duidelijk gesteld: als voortbewegingstoestellen zo snel gaan als voetgangers beschouwen we ze als voetgangers, en als ze zo snel gaan als fietsers beschouwen we ze als fietsers.

Principe
Enkele jaren geleden was er de bestuurlijke kwakkel toen men plots besliste om de bromfietsers klasse B en masse op de rijbaan te sturen bij het binnenrijden van de bebouwde kom (b). Er was nauwelijks deftige infrastructuur voorhanden die deze overgang veilig toeliet. Er was nauwelijks deftige infrastructuur voor veilig te fietsen tout court. Nu Etienne Schouppe de wegcode wil stroomlijnen, steekt deze bromfietsersdraak weer zijn kop op.
Waarom zouden we nogmaals in de val trappen om op basis van een maximale snelheid een schifting te maken tussen weggebruikers? Het veiligheidscriterium dat we hanteren, is het verschil in effectieve snelheid tussen verschillende weggebruikers, en niet de maximale snelheid die een voertuig kan presteren. We maken op autosnelwegen toch ook geen schifting tussen Porsches en Lada’s. Binnen een zone 30 is het snelheidsverschil zo klein dat we daarom zelfs geen aparte fietspaden aanleggen, of voetganger oversteek plaatsen. Het snelheidscriterium is dus wel degelijk een dagelijks gebruikt criterium, behalve alsnog voor fietsers.

Voorstel
Het zou een grote vooruitgang zijn (plus een emancipatie voor fietsers binnen de bebouwde kom) moest dit principe ook voor fietsers gehanteerd worden. Ik las in de recentste nieuwsbrief van de Fietsersbond dat de definitie van fiets zou vereenvoudigd worden: alle trapkracht aangedreven toestellen smaller als 1 m zijn een fiets, en moeten dus verplicht gebruik maken van het fietspad. Nu zou nog de plaats zelf van deze fietsen op de openbare weg moeten vereenvoudigd worden. Buiten de bebouwde kom, waar de snelheid meestal 70 of 90km/u bedraagt, zou gekozen moeten worden voor vrijliggende, voldoend brede verplichte fietspaden, die plaats bieden aan zowel trage fietsers als snelle (brom)fietsers. Binnen de bebouwde kom, en waar bovendien max. 50km/u geldt en niet meer dan 2x1 rijstroken aanwezig zijn, zou dat fietspad niet meer verplicht, maar wel optioneel moeten zijn. Dit veronderstelt wel een ander bord, ofwel de inperking van de ‘verplichting’ van de fietser om het fietspad te gebruiken. Moest er een nieuw bord komen, dan stel ik ‘De bedenkers’ gewijs een vierkant exemplaar voor met zelfde kleur en symbool als D7. Men kan dan stellen dat fietsers die zich aan normale fiets-snelheid voortbewegen (bijv. tot 30km/h) op het fietspad thuishoren, en fietsers die zo snel rijden als het autoverkeer (van 30 tot 50km/h) op de rijbaan. Voor bromfieters klasse B is dit al wettelijk vastgelegd (c). Bij hogere snelheden, of 2x2 rijstroken, mag men dan de situatie verwachten zoals buiten de bebouwde kom. En tegelijkertijd kan men dan ook de fietser op het voetpad/in wandelstraten toelaten indien deze een voetgangerssnelheid aanhoudt.

Praktijk
Ik zie soms bromfietsen B met oudere bestuurders rondrijden aan 20km/u, deze zouden het verkeer op de rijbaan onnodig verstoren, en anderzijds zie ik opgefokte brommertjes klasse A die aan 50km/u rondsjezen, deze maken het fietsverkeer op de fietspaden onveilig.
Meteen zou ook de verzuchtingen van professioneel snelrijdende fietsers (d) of van ligfietsers opgelost zijn: wanneer ze voldoende snelheid halen zijn niet meer verplicht over inadequate fietspaden te rijden, maar kunnen de rijbaan aan 35-40km/u volgen zonder door overijverige dienders te worden bekeurd. Nu rijden solitaire wielertoeristen ook al massaal naast fietspaden, omdat de door gemeentes aangelegde fietspaden wel goed zijn om de kleutertjes naar school te laten fietsen, maar niet om aan grotere snelheid veilig te fietsen.
Bij het ontwerp gaan GEWEST of gemeentes er nog dikwijls van uit dat elk fietspad binnen de bebouwde kom een soortement ‘gemengd fiets- en voetpad’ is. Gezien de beperkte plaats binnen de bebouwde kom om reglementaire fietspaden aan te leggen, geeft dit hen het excuus om de voetpaden substandaard te maken, zodat er toch nog een busbaan, een extra rijstrook of een parkeerstrook van af kan. Deze mengvorm maakt de verplichting het fietspad te moeten gebruiken extra wrang, het toont ook de oorsprong van deze verplichting: de rijbaan vrijmaken voor het ‘snelle’ verkeer. Ondertussen is de maximale snelheid in de bebouwde kom verminderd van 60 naar 50, en zijn ook zones 30 schering en inslag.
Omwille van de voetgangers die van fietspad moeten gebruik moeten maken zou dit een optioneel fietspad moeten zijn. De snelheid tussen Karel met zijn tijdritfiets en een willekeurige voetganger is eigenlijk te groot om veilig te mengen. Men moet ook geen fietspad aanleggen en daarna de fietsers verplichten om er extra traag en omzichtig op te rijden, zo krijgen we de Vlaming nooit massaal op de fiets.

Beperkingen
En laten we niet vergeten dat een fietser het recht heeft om de rijbaan te gebruiken bij het voorsteken van andere fietsers (e). Een breedte van min. 2m50 is daarom redelijk voor fietsers van 1m breed die mekaar moeten kunnnen voorbijsteken. Buiten de bebouwde kom zou men daarom vrijliggende fietspaden van 2m50 moeten aanleggen, en dan binnen de bebouwde kom waar 50km/h de maximale snelheid is, en niet meer dan 2x1 rijstroken, overgaan naar optionele fietspaden van 1m25. Deze fietspaden zouden aanliggend moeten zijn, met schuine opkant zodat fietsers de vrijheid hebben om ook de rijbaan te gebruiken. Omgekeerd zou men dan ook waar geen plaats is om vrijliggende fietspaden van 2m50 aan te leggen, maar alleen aanliggende, men de snelheid dus ook maar moet beperken tot 50km/u. Gesteld natuurlijk indien de veiligheid en de rede de enige geldende criteria zouden zijn.

a) Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. (B.S. 09.12.1975)
TITEL II: Regels voor het gebruik van de openbare weg
Artikel 7bis: Regels van toepassing voor de gebruikers van voortbewegingstoestellen
De gebruikers van voortbewegingstoestellen volgen de regels van toepassing voor de voetgangers wanneer zij niet sneller dan stapvoets rijden en de regels van toepassing voor de fietsers wanneer zij sneller dan stapvoets rijden.
De regels die de andere weggebruikers moeten naleven ten opzichte van respectievelijk voetgangers en fietsers, gelden eveneens ten opzichte van gebruikers van voortbewegingstoestellen.
b) wegcode 9.1.2.2°
Daar waar de snelheid beperkt is tot 50 km per uur of minder, mogen de bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse B in dezelfde omstandigheden het fietspad aangeduid door het verkeersbord D7 of door wegmarkeringen zoals bepaald in artikel 74 volgen, op voorwaarde dat zij de andere weggebruikers die zich hierop bevinden niet in gevaar brengen.
Wanneer een hogere snelheidsbeperking geldt, moeten de bestuurders van tweewielige bromfietsen klasse B in dezelfde omstandigheden het fietspad aangeduid door het verkeersbord D7 of door wegmarkeringen zoals bepaald in artikel 74 volgen, wanneer dit aanwezig en bruikbaar is.
c) http://wegen.vlaanderen.be/documenten/regelgeving/awv_2004-7.html
d) Karel Pardaens (http://www.karelpardaens.be/) werd bekeurd toen hij met zijn tijdritfiets op de rijbaan reed naast het fietspad. Hij betaalde de boete, maar bracht ook een bezoek aan de Procureur om zijn grieven kenbaar te maken.
(e)
wegcode artikel 9.1.2.3° Wanneer de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen het fietspad moeten volgen, mogen zij dat verlaten om van richting te veranderen, om in te halen of om omheen een hindernis te rijden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten