maandag, maart 22, 2010

Schuw

Even wat theorie uit het Fietsvademecum:
4.1.5
Afscherming van fietspaden
Bij een aanliggend eenrichtingsfietspad voorziet men best aan de linkerzijde een zekere veilig-
heidsmarge tegenover de rijbaan (minstens 25 cm, boordsteen inbegrepen). Door deze marge ook zoveel mogelijk befietsbaar te maken creëert men bovendien voor fietsers een uitwijkmogelijkheid bij kruisings- en inhaalmanoeuvres, wat echter niet mag beschouwd worden als een uitnodiging om het fietspad zelf te versmallen. Men dient er immers rekening mee te houden dat fietsers steeds een zekere veiligheidsafstand bewaren tegenover bijvoorbeeld een verhoogde rand, een haag of gevel.

De dimensionering van fietspaden moet rekening houden met deze schuwafstand, omdat dit de effectieve breedte van het fietspad vermindert.

Voor een kwalitatief fietspad zijn dit de gangbare schuwafstanden :
- 25 cm tot een tussenberm of rand met hoogteverschil van maximum 7 cm
- 50 cm tot een rand met hoogteverschil van meer dan 7 cm
- 50 cm tot vaste voorwerpen zoals bomen, borden, geparkeerde wagens... (aanbevolen 75 cm)
- 100 cm tot een gesloten wand.

Bij de plaatsing van palen (verlichting, verkeersborden, parkeermeters...) langs fietspaden dient dus de nodige omzichtigheid in acht genomen te worden. Het is ook niet de bedoeling het probleem te verschuiven naar voetpaden. Bij plaatsgebrek wordt best geopteerd voor andere oplossingen (b.v. uitkraging, ophanging aan gevels...).
Niet alleen fietsers houden rekening met een veiligheidsafstand, ook automobilisten.
Ik vermoed dat de grootste brokkenmakers het meeste veiligheidsschrik hebben. Projectie heet dat dan.
Spijtig genoeg is de infrastructuur daar, net zoals dikwijls bij fietsers, eigenlijk niet op voorzien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten