Persmededeling van Fietsersbond afdeling Leuven In tegenstelling tot wat het stadsbestuur in recente persberichten verkondigt, is Leuven nog geen echte fietsstad. Leuven is een stad met veel fietsers, dat wel, maar een fietsstad is meer dan een stad die zijn fietsende inwoners alleen maar tolereert.
Een fietsstad begint met de toepassing van het bekende STOP-principe:
• zoveel mogelijk Stappen,
• Trappen (fiets),
• het Openbaar en collectief vervoer gebruiken,
• en daarna pas de Personenwagen inzetten.
Leuven heeft dit principe onderschreven in haar mobiliteitsplan. Bovendien vinden we het terug in de verkiezingsprogramma’s van zowel SP.a (p. 11) als CD&V (p. 32). In de praktijk komt van de toepassing van het STOP-principe echter weinig terecht. Uit elke beleidsbeslissing die met mobiliteit te maken heeft, blijkt dat de stad niet resoluut voor de fiets wil kiezen. Er is altijd wel wat 'aandacht' voor de fiets, maar die verdrinkt tussen alle aandacht die er is voor het busverkeer en voor het autoparkeerbeleid in de binnenstad. De Leuvense fietser moet zich tevreden stellen met de kruimels, of met wat damage control achteraf, als de ondoordachte, fietsonvriendelijke plannen zijn uitgevoerd.
Op gebied van fietsenstallingen houdt kiezen voor de fiets volgens het STOP-principe in dat de afstand tussen een voorziening en de dichtstbijzijnde fietsenstalling korter is dan de afstand tussen deze voorziening en een bushalte, en zeker korter dan de afstand tot een autoparking.
Indien we even kijken naar de stationsomgeving (kant Martelarenplein), dan zien we dat de afstanden van de sporen tot de autoparking en de bushaltes kort zijn, maar dat fietsers gemiddeld 400 meter moeten stappen om hun trein te halen. De stalling onder het stadskantoor is bovendien geregeld volzet, en er rest een fietser dan weinig anders dan zijn fiets ofwel illegaal binnen de stalling te plaatsen, ofwel illegaal buiten de stalling, wat volgens het politiereglement trouwens wordt toegelaten. (1)
Richten we onze blik op de Sportoase, dan zien we dat de afstanden van de fietsenstalling en de autoparking tot de ingang ongeveer even groot zijn, en dat enkel de afstand tot de bushalte echt kort is. Opnieuw wordt het STOP-principe hier met de voeten getreden. De stalling die voor de fietsers werd voorzien, is bovendien niet overdekt en slecht verlicht, en kan daarom bezwaarlijk comfortabel genoemd worden. Met een minimum aan inspanning kan ook deze stalling aantrekkelijker gemaakt worden voor fietsers. Men vangt meer vliegen met een lepel honing dan met een vat azijn, zegt het spreekwoord.
De Fietsersbond vraagt dat het repressieve fietsenstallingenbeleid wordt opgeschort tot het stadsbestuur aan het station voldoende stallingsplaatsen heeft voorzien op een aanvaardbare afstand van de sporen, en tot de fietsenstalling aan de Sportoase aan (minimale) comforteisen voldoet. De Fietsersbond klaagde dit gebrek aan stallingsplaatsen al aan in zijn memorandum naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen. (2)
Voor fietsers vanuit de benedenstad en vanuit Herent, Wilsele en Wijgmaal is er nu weinig aanbod, tenzij ze ver omrijden. Bij de bouw van het VAC werd het helaas niet nodig geacht om aan de noordkant van het Martelarenplein extra stallingsplaatsen voor pendelaars te voorzien. Door de komst van het GEN rond Brussel zal het aantal pendelaars nog verdubbelen. Om Leuven klimaatneutraal te maken zou het fietsverkeer ook nog eens drastisch moeten toenemen. De vraag naar stallingsplaatsen in de stationsomgeving zal dus alleen maar toenemen. De Fietsersbond verwacht van de stad en van de NMBS dan ook oplossingen op korte termijn (extra stallingsplaatsen dichtbij de sporen) én een plan op langere termijn om de groeiende nood aan stallingsplaatsen op te vangen. Deze groei is ten eerste perfect te voorzien en ten tweede ook gewenst, want ze wijst op een toenemend fietsgebruik.
Ook willen we de problematische toegang tot de huidige stalling onder het stadskantoor nogmaals aanklagen. Fietsers kunnen de ingang van de stalling namelijk niet op een legale, comfortabele en bovendien veilige manier bereiken. Dat was trouwens ook al het geval bij de voorlopige stalling die er na de afbraak van de oude hangar gekomen is. De Fietsersbond stelt voor om hier een brug over de tunnelmond (zie foto) te bouwen, zodat fietsers op een fatsoenlijke manier de stalling kunnen bereiken, zonder te moeten spookrijden.
De Fietsersbond vraagt ook dat telkens wanneer de stad een zone 'verboden fietsen te stallen' inricht, dit degelijk en voldoende lang op voorhand wordt gesignaleerd met correcte informatie, die duidelijk verwijst naar het juiste artikel uit het politiereglement en het gemotiveerd besluit van het college van burgemeester en schepenen. (3) Bovendien vragen we om de grenzen van een dergelijke zone aan te duiden met vaste borden, en niet, zoals nu vaak gebeurt, met nadarhekken die dwars over het fietspad staan (zie foto) en op die manier fietsers nodeloos in gevaar brengen.
(1) uit gecoördineerd politiereglement
Artikel 697Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit de verkeersreglementering, moeten rijwielen op het openbaar domein in de daartoe voorziene stallingen worden geplaatst indien deze beschikbaar zijn in de nabije omgeving.
Rijwielen die ingevolge hun vorm of bouw niet in de stallingen kunnen geplaatst worden, moeten (voor zover mogelijk en zonder inname van autoparkeerplaatsen) opgesteld worden onmiddellijk naast de stallingen, zonder een hinderlijk of gevaarlijk geplaatst rijwiel te worden.
(2) uit Memorandum Fietsersbond
Het moet de regel zijn dat gemeentelijke instellingen en andere gemeenschaps-voorzieningen, zoals het cultureel centrum, de sporthal, de bibliotheek, het gemeentehuis, de bioscoop en de buitensportinfrastructuur beschikken over voldoende, comfortabele en diefstalveilige fietsenstallingen. Waar stoepen te smal zijn om fietsen op te plaatsen, zeker in de binnenstad, vragen we dat elke vijfde parkeerplaats voor fietsen wordt voorzien.
(3) uit gecoördineerd politiereglement
Artikel 700Onverminderd Artikel 699 kan het college van burgemeester en schepenen in een gemotiveerd besluit bepalen op welke openbare plaatsen het onbeheerd achterlaten van rijwielen wordt beschouwd als zijnde storend voor het ordelijk aanzien of het doelmatig gebruiken van die plaatsen.
Onverminderd de toepassing van alle overige artikelen van onderhavige rubriek is het specifiek verbod om rijwielen op deze plaatsen achter te laten volgens deze bepaling slechts van kracht indien het ter plaatse, op de door het college van Burgemeester en Schepenen te bepalen wijze, ter kennis van het publiek is gebracht.