Uw melding aan het Meldpunt Wegen over de werking van de verkeerslichten voor fietsers en voetgangers op het kruispunt van de N3 Brussel – Leuven – Luik (Albertvest) met de Diestsesteenweg met aandacht gelezen.
Het conflict tussen links of rechts afslaande automobilisten en rechtdoor rijdende fietsers in combinatie met een rood voetgangerslicht is mij welbekend.
Het Agentschap Wegen en Verkeer ontvangt regelmatig meldingen van weggebruikers die aangeven dat een fietser het kruispunt nog oversteekt, terwijl het voetgangerslicht al rood aangeeft. De afslaande automobilist, die het voetgangerslicht op rood ziet staan, gaat er van uit dat de fietser de wet overtreedt. Nochtans is dit niet het geval, vermits het fietserslicht een andere cyclus voor de verkeerslichten volgt.
De groencyclus van het voetgangerslicht wordt vroeger afgesloten dan de groencyclus voor fietsers of motorvoertuigen. Vanaf het moment dat het voetgangerslicht op rood springt, wordt de voetganger die al aan zijn oversteekbeweging begonnen was, wettelijk toegestaan om deze oversteekbeweging te beëindigen ( = ontruimingstijd). Voor voetgangerslichten bestaat er immers geen oranjekleurig licht dat de overgang van groen naar rood maakt. Dat het voetgangerslicht al op rood springt, terwijl het fietserslicht nog op groen blijft staan, heeft te maken met het feit dat wettelijk (en feitelijk) een langere ontruimingstijd voorzien is voor een overstekende voetganger dan voor een overstekende fietser (1,2m/ sec ten opzichte van 10m/sec voor autovoertuigen en 5m/sec voor fietsers).
Gezien het Agentschap Wegen en Verkeer zwaar inzet op een vlotte doorstroming van het verkeer, is het niet opportuun om de groencyclus van het voetgangerslicht gelijk te schakelen met de groencyclus van het verkeerslicht voor motorvoertuigen. Dit zou namelijk – op meerdere kruispunten – vele extra seconden wachttijd opleveren voor het verkeer op de dwarsrichting, aangezien alle verkeer (inclusief het gemotoriseerde verkeer) steeds de (langere) ontruimingstijd van de voetganger zou moeten volgen.
Ook het gelijkschakelen van de groencyclus van fietserslichten met voetgangerslichten biedt geen oplossing, aangezien dit een minder vlotte doorstroming voor de fietser zou betekenen. De fietser zou minder groentijd krijgen, terwijl zijn ontruimingstijd veel korter is dan die van de voetganger.
Op gewestwegen met een drukknop zou de fietser – bij gelijkschakeling van de groencyclus voor fietsers en voetgangers – zijn oversteek steeds moeten vragen, net als de voetganger. Dit zou dan weer extra seconden wachttijd opleveren voor het verkeer in de dwarsrichting, gezien steeds rekening zou moeten gehouden worden met de (langere) ontruimingstijd van de voetganger, zelfs indien zich enkel een fietser aangemeld had.
Het Agentschap Wegen en Verkeer zal bovendien meer en meer inzetten op het systeem van drukknoppen om een goede doorstroming van het verkeer te garanderen. Zo wordt de wachttijd van het dwarsliggende verkeer enkel verhoogd indien er zich effectief voetgangers aanmelden.
In deze discussie wordt soms ook verwezen naar de plaatsing van de verkeerslichten. Voor de afslaande automobilist springt het verkeerslicht van de voetganger meer in het oog. Terwijl het fietserslicht zich namelijk vóór het kruispunt bevindt, wordt het voetgangerslicht niet vóór maar aan de overzijde van het kruispunt geplaatst. De plaatsing van de voetgangerslichten kan echter niet zomaar aangepast worden.
Door het Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens wordt namelijk opgelegd dat de voetgangerslichten zodanig gerangschikt moeten zijn dat iedere verwarring met de voor het verkeer van autovoertuigen bestemde lichten uitgesloten is. Omdat het plaatsen van voetgangerslichten naast verkeerslichten voor motorvoertuigen verwarring in de hand zou kunnen werken, is er daarom gekozen om de voetgangerslichten aan de overzijde van het kruispunt te plaatsen. Aangezien de voetgangerslichten zichtbaar moeten zijn voor de aan de overzijde van het kruispunt aanwezige voetganger, zullen zij noodzakelijkerwijs ook steeds in het zicht van de afslaande voertuigen blijven. Een groenfase voor automobilisten geeft hen geen vrijgeleide om blindelings af te draaien. Men moet steeds voorrang verlenen aan de voetgangers en/of fietsers die de rijbaan oversteken.
Samenvattend blijft het dan ook zeer belangrijk dat de weggebruiker zich bewust is van het feit dat de groencyclus voor fietsers en voetgangers niet gelijklopend is. Op een gewestweg met een fietsoversteek moet de links of rechts afslaande automobilist daarom steeds rekening houden met mogelijke oversteekbewegingen van fietsers, ook wanneer het voetgangerslicht rood aangeeft.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.