Op deze manier wordt gestreefd naar een vermindering van het aantal ongevallen en de ernst ervan. Maar ook een beperking van het aantal bijna-ongevallen is noodzakelijk.
In Vlaanderen zijn we echter nog lang niet zover. De hogere overheden (Vlaams gewest en Provincies) ondersteunen de wegbeheerders (provinciale AWV's en steden/gemeenten) wel, maar hier bestaan geen dwingende afspraken, geen uniform wegbeeld.
Bijna-ongevallen, die bestaan niet in Vlaanderen, dat leren ons toch de statistieken.
De wegbeheerders hier focussen teveel op aansprakelijkheid om (schijn)veiligheid te bevorderen: strikte voorrangsregels, gesignaleerd door duizenden bordjes ontsieren de kruispunten. Voor fietsers wordt op elke kruising voorrangsverlies gesignaleerd: de verantwoordelijkheid om niet omver gereden te worden wordt zo bij de fietsers gelegd, de wegbeheerders schuiven de verantwoordelijkheid van gevaarlijke situaties van zich af, want: de voorrang is duidelijk.
Een typisch voorbeeld: een nieuw fietspad naast een gewestweg in de voorrang, het fietspad loopt door over kruispunt, en toch een bordje dat fietsers voorrang moeten geven.
Omleiding, Herent |
Vuurkruisenlaan, Leuven |
Vuurkruisenlaan, Leuven |
In Nederland vereist de veiligheid-verantwoordelijkheid dat verschillende verkeersstromen zonder conflicten het kruispunt op en terug af rijden.
In Vlaanderen steunt men veiligheid-aansprakelijkheidsmatig op de voorrangsregels om de conflicten tussen verschillende verkeersstromen op te lossen. De wegbeheerders zien geen probleem om vrachtwagens groen licht naar rechts te geven, en fietsers tegelijkertijd groen licht rechtdoor. Elk pleidooi voor een aparte groenregeling wordt van de tafel gevaagd omwille van ... de verkeersdoorstroming (plots is veiligheid niet meer belangrijk). Kris Peeters noemt dit in één van zijn boeken "de dans van de paraplu's" omdat de verantwoordelijkheid voor verkeersdoden hier bij ons paraplu-matig wordt ontweken, van de wegbeheerder op de schouders van de individuele weggebruikers. En het aantal dodelijke ongevallen met fietsers daalt maar niet, raar hè.
In het Nederlandse model wordt fietsen effectief veilig, vlotter, comfortabeler, gezonder.
In het Vlaamse model worden fietsers door onveiligheid, omrijfactoren, oncomfortabele en onaantrekkelijke infrastructuur, haast gedwongen om terug in de auto of de bus te stappen. Als je bovendien de aansprakelijkheids-piste een beetje verder volgt, ga je besluiten dat een halvering van het aantal fietsers ook een halvering van de fietsongelukken betekent, en dat een fiets-ontradend beleid ook een veiligheidsbevorderend beleid is, een redenering die ik hier al counterde. En toch vinden dit hier terug.
Fietsen in tegengestelde richting - kan dit eens bekeken worden voor de volgende plaatsen:
- Vissersstraat
Vissersstraat, Leuven |
- Lei tussen Brouwersstraat en Mechelsestraat
- stukje ter hoogte van de Franz Tielemanslaan tussen het winkelwandelgedeelte van de Brusselsestraat en het vervolg van de Brusselsestraat
Lei, Leuven
→ De reden waarom in deze straten geen BEV werd ingesteld, is de breedte van de straten en de aanwezigheid van bussen. Er wordt m.a.w. gekeken naar de veiligheid van de fietser en niet het gebruiksgemak. Het kan niet zijn dat fietsers in onveilige situaties worden gebracht (te weinig ruimte om een wagen en een fietser te laten kruisen of de uitzwaaibeweging van een bus) omdat men op de kortste manier van punt A naar punt B wil fietsen.
Brusselsestraat, Leuven
De vraag zal voorgelegd worden aan de werkgroep signalisatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten