Telkens wanneer ik van mijn bureau naar de werf fiets, passeer ik door de Ridderstraat. Aan de lichten met de Donkerstraat telkens boordsteen op en boordsteen af. Kadoem kadoem. En dan in tegenrichting tot aan de Blauwen Hoek.
Ooit heeft men ergens gesteld bij de invoering van het BEV, dat een minimale breedte van 3 meter voldoende was (lees: niet statistisch onveiliger) indien er mogelijkheid tot uitwijken bestaat. Het referentiekader was de snelle omvorming van éénrichtingsstraten tot BEV straten. Waat de statistieken vaag in zijn, is wie van de verkeersdeelnemers er effectief moet uitwijken.
In Leuven wordt dit dan weer geïnterpreteerd als 'ideale breedte', ook te gebruiken bij een totaal nieuwe inrichting van het straatbeeld. Ondertussen rijden er veel bredere fietsen rond dan vroeger, en meer! Er moet dus uitgeweken worden. Ofwel rijden de fietsers op het voetpad, ofwel de auto's en vrachtwagens.
Is dit dan een essentiële ontwerpparameter? "We geven de voetgangers een breed voetpad, dat ze dan wel moeten delen met fietsen en auto's." Ook dat is een vorm van aalmoesinfrastructuur.
|
Ridderstraat, Leuven |
|
Ridderstraat, Leuven |
|
Ridderstraat, Leuven |
Soms doen ze gewoon geen moeite meer om degelijke voetpaden te voorzien, zoals hier bij de pas ingehuldigde 'mooie kasseitjes' in de Vlamingenstraat. De aanleg is woonerf-achtig, zonder door de zure appel heen te bijten, en alle doorgaande autoverkeer te weren door middel van een strategische geplaatst 'autoknip'.
|
Vlamingenstraat, Leuven |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten